Tanzania & Zanzibar Animal Planet in het echt Begin 2008 ging een lang gekoesterde wens van ons in vervulling, we hebben een land bezocht waar het mogelijk is safari’s te doen in de vele wildparken die het land rijk is. Eigenlijk zou onze reis aanvangen in Kenia, maar vanwege de onstabiele situatie daar sinds de verkiezingen in december 2007, hebben we alleen Tanzania en het exotische eiland Zanzibar bezocht. Aankomst zonder koffers Na een turbulent vertrek vanuit Nederland, het stormt en vele vluchten vallen uit, komen we dan toch na een nachtje vliegen aan in Dar Es Salaam, de hoofdstad van Tanzania. Daar wordt waarheid waar we vanwege de consternatie op Schiphol al enigszins bevreesd voor waren… wij zijn in Afrika, maar onze koffers niet! Na formulier en telefoonwerk blijk dat Bert zijn koffer die avond nog zal aankomen, maar de mijne pas de volgende dag.  De volgende ochtend hebben we echter al de ‘lijnbus’ van Dar Es Salaam naar Arusha en de koffer kan pas later nagevlogen worden. Waarschijnlijk zal ik een kleine week zonder koffer zitten. Het is niet anders en ik koop voor zover dat mogelijk is kleding en eerste levensbehoeften; de hoog opgesneden slips in zuurstok kleuren wekken hilariteit op bij mijn echtgenoot, maar dit is Afrika en dan moet je soms improviseren! In Arusha komen we via nauwe hobbelige achterafstraatjes bij ons hotel, waar we ons over verbazen. Een prachtige tuin, houten hutjes, veel riet en mooie batiks over het beddengoed. Dit oogt aardig Afrikaans. Het eten, kingvis met mango, is lekker en ook de Zuid Afrikaanse wijn fietst goed naar binnen, dit begint op vakantie te lijken ondanks mijn zoekgeraakte koffer. Die avond maken we ook kennis met de eerste mug, die precies eender als in Nederland zoemt. Gelukkig zat de muggenspray in de koffer van Bert. Leeuwen die in bomen liggen De volgende dag gaan we voor onze eerste safari naar Lake Manyara, een park van 325 vierkante kilometer groot wat voor 1/3e  deel uit water en drassig land bestaat. Het begin van de route gaat door een dicht begroeid woud met bijzondere bomen, planten en struiken. Gelijk apen naast het pad en binnen een uur hebben we al drie van de ‘famous Big Five’ gespot; we zien een leeuw, buffels en olifanten! Dit is toch een prachtige openingsscore, hoewel de leeuw ver weg in een boom ligt en met de verrekijker slechts deels valt te zien! Leeuwen in bomen klinkt misschien gek maar juist hier komen zij regelmatig voor. De reden waarom zij dit doen is niet echt bekend, maar er wordt gedacht dat zij in acaciabomen veilig zijn voor de tseetseevliegen en andere insecten die de leeuwen uit hun slaap kunnen houden. In het park is één centrale picknickplaats waar we onze lunchbox nuttigen, meegenomen vanuit de lodge. Een aap nabij de tafels denkt ook dat zo’n box vast lekkerder is dan zelf op jacht te gaan naar voedsel en jat vliegensvlug twee boxen van de tafel van een groepje toeristen. Een gids weet door snel handelen echter broodjes, wraps en fruit te redden! Na de lunch komen we in meer open stukken van het park en spotten we een hoeveelheid dieren te beginnen met olifanten. Eerst wat verder weg maar later op en naast het pad, terwijl ze rustig eten van de struiken; fotocamera’s klikken en maken overuren! Vervolgens komen impala’s, giraffen, wrattenzwijnen, maraboe’s, ooievaars, pelikanen en nijlpaarden op ons pad. Wat is het bijzonder om de dieren zo dichtbij te zien, het is net Artis maar dan zonder hekjes ervoor! We genieten en wanen ons in Animal Planet… Fotojacht naar de Big Five Het volgende Nationale Park is de wereldberoemde Serengeti, 14.800 vierkante kilometer en onderdeel van de Werelderfgoedlijst van Unesco. De naam is afgeleid van het Masaï woord Siringet dat ‘eindeloze vlakte’ betekent. Nog voor we de toegangspoort bereiken zien we alweer heel wat giraffen, zebra’s en een lange sliert van duizenden gnoe’s die aan het trekken zijn van het ene gebied naar het andere. Ook komen we een cheetah met drie jongen tegen, prachtige beesten zijn dit. Verder worden gazelle’s, leeuwen, de secretarisvogel, jakhalzen,  kraanvogels en de nummer 4 van ons lijstje, een luipaard, toegevoegd. Terwijl we het luipaard bekijken door de verrekijker, komt er ook nog een kudde olifanten voorbij. De Serengeti maakt grote indruk op ons, waar kun je nog uren rondrijden zonder enige vorm van menselijk ingrijpen in het landschap? Geen bebouwing, geen lantarenpalen, geen masten; alleen een zandweg, vlakten, wat rotsen, bomen en het dierlijk leven. We hebben een overnachting in de Ndutu Lodge in de Serengeti en dat betekent dineren met genetkatten boven ons hoofd op de dwarsbalken in het restaurant en ’s morgens opstaan met giraffen in de voortuin van je huisje… ondanks de warmte heuse kippenvel momenten! De wereldberoemde Ngorongorokrater is onze volgende bestemming. Dit is een uitgedoofde vulkaan op 2200 meter met een afdaling van 600 meter naar de krater. De grote truck waar we al een paar dagen in reizen kan deze krater niet in vanwege de steile wanden en we stappen over in kleinere safari jeeps. In de krater is ook een sodameer waarin duizenden roze flamingo’s naar voedsel zoeken.  Bijna al het wild van de dagen hiervoor treffen we aan, plus de nummer 5 van de Big Five, de neushoorn…. we hebben ons kwartet van vijf compleet! Die springende mensen uit een ontbijtkoek reclame Naast de belevenissen in de wildparken komen er ook andere dingen op ons pad. Allereerst brengen we een bezoek aan één van de bekendste stammen van Afrika, de Masaï. Bij ons bekend van een ontbijtkoek reclame, waarbij de mannen hoog springen om de bewuste koek te happen. Het volk is vooral heel herkenbaar door de rode en paarsblauwe gewaden die zij dragen en de mannen hebben bijna altijd een stok bij zich.  In het dorp dat wij aandoen zijn bijna alleen vrouwen en kinderen, de mannen zijn met het vee op pad. De vrouwen dansen, zingen en springen voor ons, de kinderen lachen naar ons en spelen wat met elkaar. De Masaï is een apart volk met heel eigen tradities, gewoonten en visie op de wereld. Zo geloven ze dat zij op de wereld zijn gekomen om al het vee op de wereld te hoeden. Alleen komen ze nog niet veel verder dan Kenia en Tanzania, maar eigenlijk zouden ze ons Fries stamboekvee ook het liefst willen begeleiden naar water en grazige weiden! Ze zijn ook bijgelovig en willen in principe niet op de foto omdat ze dan denken hun geest of ziel kwijt te raken, die verdwijnt in het fototoestel. Voor 10 dollar per persoon hebben ze geen last meer van hun eigen bijgelovigheid en kunnen we volop kiekjes maken. Het geld komt in ieder geval ten goede aan het dorp, ze hebben een groot drinkwaterreservoir aangekocht en laten dat met schoon water bijvullen. Het is een bijzondere ontmoeting met dit kleurrijk volk, dat leeft in hutten van leem en koeienstront temidden van hun veestapel, waardoor alles onder de vliegen zit. Mijn echtgenoot Bert ziet hier een gat in de markt, namelijk een handel in kleefstrips en vliegengordijnen! Koffie zetten op de Kilimanjaro Een week na ons vertrek komen we aan in Marangu, een klein gehucht gelegen op de uitlopers van de Kilimanjaro, met een top van 5895 meter de hoogste berg van Afrika. De hoogte van de berg heeft schijnbaar invloed op de staat van onze hotelkamer; deze heeft een bugelpistevloer en scheve kasten! Het balkon kijkt op een meter tegen de bergwand aan, bijzonder hoor! Een excursie brengt ons hier naar een koffieplantage van Fair Trade en hier doen we zelf het hele proces van de koffieboon tot de bak koffie. Je bent even bezig, maar dan heb je ook wat: na twee uurtjes bezig zijn je eigen geplukte, gebrande, gestampte, versgezette bak koffie en dat op een hoogte van 1600 meter, wie heeft het? Wij en het smaakt prima. Tijdens een ochtendwandeling komen we in een groene omgeving op de berghelling bij een traditionele Chagga hut. Een goedlachse familie leeft hier in een paar hutten en huisjes bij elkaar en we mogen met een gids de hut in voor uitleg en bezichtiging. Als onze ogen aan het donker gewend zijn constateren we verbaasd dat in de hut achter een hek twee koeien staan, zij nemen al de helft van de ruimte in beslag. De nodige geiten in een andere hoek, twee kleine bedden met daaronder spijltjes waarachter kippen kunnen worden ondergebracht en op de vierkante meter die nog ‘over’ is een vuurplaats om  te koken. Boven deze vuurplaats is nog een klein zoldertje van spijltjes waar de bananen sneller kunnen rijpen. Hoe compleet anders leven deze mensen als wij in onze wereld? Ook brengen we in Marangu een bezoek aan een school, waar elke klas een welkomslied voor ons inzet. Heel erg leuk maar na vijf lokalen houden we het even voor gezien… er waren nog wel tien klassen te gaan! Erg origineel was hier het lesmateriaal; het alfabet, de rekenkundige  tafels, landkaarten, biologie en veel andere zaken stonden hier geschilderd op de buitenmuren van het schoolgebouw. Ondertussen heb ik na ruim een week mijn koffer weer terug en kan ik hier en daar een kind verblijden met een kleurige Hollandse ballon; kleine moeite, groot plezier. Saadani, een paradijselijke lodge met een artistieke wc rolhouder Na de berg reizen we vanuit het binnenland naar de kust en ondanks de slechte weg is het goed vol te houden. Dit komt door de talloze ‘dorpjes’,een handjevol huizen, die we passeren onderweg. Kinderen hollen enthousiast met de bus mee en zwaaien vol overgave terwijl ze luidkeels “jambo, jambo” roepen, de nationale groet hier. In dit gebied passeren maar weinig bussen en al helemaal niet met een groepje bleekscheten zoals wij erin. Tegen de tijd dat we bij de lodge arriveren heb ik een zwaaihand zoals onze koningin na drie keer het parcour van de Gouden Koets op Prinsjesdag! De lodge is gelegen in het Saadani park aan de Indische Oceaan. In ‘the middle of nowhere’ ver weg van steden en dorpen is hier een soort paradijs op aarde neergezet. Ieder een eigen huis (het is eigenlijk een tent) op palen met een hemelbed, een badkamer met gaas tegen de apen en een veranda met een hangmat. Wat mij gelijk opvalt is de artistieke wc rolhouder! Zee en strand, palmbomen en kokosnoten, we zitten in de Bounty reclame! Dit is echt onthaasten, niet in de laatste plaats door de voortreffelijke keuken én een wijnkaart met prachtige Zuid Afrikaanse wijnen… we vragen ons even af ‘moeten we nog wel verder reizen of blijven we voor altijd hier’?! We kunnen met jeeps op safari, maar na de hoeveelheid excursies die we al ondernomen hebben is er ook even behoefte aan een rustmoment. We lezen, ik werk mijn reisdagboek bij en we wandelen met anderen bij eb over het strand naar een naburig vissersdorp. Het verschil tussen eb en vloed is hier honderden meters; bij vloed staat het water bijna tot aan het huis en bij eb heb je een verrekijker nodig om de zee te kunnen zien. Het dorp is weer redelijk primitief, kinderen lopen nieuwsgierig met ons mee en ouderen schenken ons een brede glimlach terwijl ze bezig zijn met batik kleding op een oude trapnaaimachine. Wat leven de mensen hier toch eenvoudig… Het mooiste wildpark en zonnig Zanzibar… De laatste week van drie weken Tanzania staat in het teken van een ongerept wildpark en een tropisch eiland. Na een paar dagen aan de kust van het vasteland vertrekken we met de trein van Dar Es Salaam naar Selous, een park dat anderhalf keer zo groot is als Nederland. De trein is een belevenis, vooral als ik in de restauratiewagen een kijkje neem en de deur van de keuken openvalt; hier wordt op houtskoolvuur gekookt in de trein! Er is beef, kip of vis als hoofdmaaltijd en rond etenstijd houden Bert en ik een kip en patat party, niets mis mee. Met de verse ananas erbij een koningsmaal. We delen onze 6- persoons coupé met een Afrikaanse heer die nauwelijks engels spreekt, maar af en toe wel wil communiceren. Na vijf uur treinen zijn wij bij Selous en vraag ik hem hoe lang zijn reis nog duurt. Hij geeft als antwoord ‘nog zestien jaar’ dus ik denk dat hij nog een eind voor de boeg heeft! Een betoverend uitzicht over het oerwoud In Selous stappen we uit de trein in gereedstaande jeeps van de lodge en rijden we via modderige zandweggetjes naar de lodge. Het is roetnacht, we zien alleen vuurvliegjes en horen in de verte een olifant trompetteren vanuit het woud… dit is het Afrika gevoel. We zijn in het pikdonker gearriveerd, door een wachter met geweer naar ons huisje gebracht en daar worden we de volgende ochtend wakker. Het huisje ligt op een heuvel en geeft ons een schitterend uitzicht over het oerwoud met nevelflarden tegen de bergen op de achtergrond. Ik denk dat dit het mooiste uitzicht is wat ik ooit heb gezien in de ochtenduren. Na het ontbijt, keuze uit zes bereidingswijzen voor eieren, beginnen we aan de laatste jeepsafari in dit enorme park. Slechts 1% van de toeristen in Tanzania brengt een bezoek aan Selous en dat is te merken. Je komt geen andere jeeps tegen, de dieren zijn wat schuwer maar het is voor ons het mooiste wildpark geweest dat we bezochten. Vogels, apen, impala’s, wrattenzwijnen,  zebra’s, giraffen en ook weer de indrukwekkende olifanten. Er zijn kleintjes bij de kudde en één is er zo klein dat hij onder de buik van de moeder staat, geweldig leuk. In de namiddag plons ik in de lodge in het zwembad met bergwater, koud en verfrissend. Bij de avondmaaltijd wordt het een groot feest door honderden ‘vliegmieren’ die ons gezelschap wensen te houden; iedereen dekt met de servet de pompoensoep af, maar wij nemen ons wijntje in bescherming. Dan maar wat vlees in de soep! Een landingsbaan in een wildpark Vanuit Selous vertrekken we vervolgens per vliegtuig naar de laatste bestemming van deze reis, het eiland Zanzibar voor de kust. Vliegen vanuit een wildpark is ook een belevenis, de landingsbaan is een kaalgeschoren stuk groen met wat hobbels en bobbels; een rieten hutje met twee driezits bankjes doet dienst als vertrekhal. Voor aankomst van onze vlucht maakt de piloot eerst een doorstart voor de landing, omdat er allerlei dieren op de baan staan! Zonnig Zanzibar Na vijftig minuten landen we op Zanzibar en komen we weer bij zon en zee terecht. Maar niet voordat we door de doolhof van steegjes hoofdstad Stonetown hebben verkend. De oude panden, de kleine straatjes, een stuk vergane glorie… het heeft qua sfeer, uitstraling en vrolijke mensen wat weg van Cuba, waar wij nog niet zo lang terug door betoverd zijn. Zanzibar is vooral bekend van de specerijen en grootleverancier van kruidnagelen. Verder heeft het van alles te bieden voor degenen die nog niet stil kunnen zitten. Specerijen excursies, een snorkeltocht naar een onbewoond eiland en zelfs een tropisch regenwoud. Hier leeft een aap, de colobus monkey,  die alleen op Zanzibar voorkomt; het aapje heeft vier vingers en geen duim. We vinden de aapjes en ze blijken fotogeniek te zijn. De laatste dagen zijn we dus aan het onthaasten op vakantie. We slenteren langs het strand waar een azuurblauwe zee glimt onder de wolkenloze hemel. De prachtige schelpjes die we vinden nemen we mee om de veranda voor onze kamer mee te versieren. Culinair komen we volop aan onze trekken met een keur aan vissoorten, garnalen in knoflook gebakken, verse tonijn en kreeft. En ondertussen zijn we bezig het hoofd vol met indrukken van alles wat we gezien hebben even te ordenen. Dan tevreden huiswaarts met een gevuld reisdagboek en twee fototoestellen met heel veel kiekjes. Een fantastisch einde van het mooiste land in Afrika dat wij tot op heden hebben gezien. We kunnen het iedereen aanbevelen…