Dublin 2012
Dublin: oude panden, prachtige parken en plezierige pubs!
Het was aan Bert om een stedentrip voor het voorjaar van 2012
uit te kiezen en hij wist gelijk wat hij wilde, Dublin dus. Allebei nog
nooit in Ierland geweest, maar wel het nodige over gehoord en
dat was vooral positief. Een mooi land zegt iedereen en Dublin
een gezellige stad met voldoende vertier.
De enige risicofactor is het weer en zo kon het dus dat wij met Air
Lingus door een dik grijs wolkendek daalden en terecht kwamen
in de Ierse hoofdstad waar de regen met bakken uit de hemel
kwam! Voor zoveel water zijn echter parapluutjes uitgevonden en
die hadden wij uit voorzorg al meegenomen.
Warm welkom in een natte stad
Ons hotel vlakbij Conolly Station om de hoek bij Talbot Street snel
gevonden en dat kwam mede door de vriendelijke Ier die gelijk op
ons af kwam nadat wij uit de bus stapten. Waar of wij moesten zijn en of hij kon helpen; heel fijn, want hij wees ons snel de
juiste weg. En deze aardige Ier bleek niet een incidenteel geval te zijn; de dagen erna zouden wij ervaren dat de Ieren heel
behulpzaam zijn, graag een praatje met je doen en het jou naar de zin willen maken… een heel gemoedelijk, gastvrij volk.
Een oud boek en een enorme boekenkast
Welke informatiebron je ook raadpleegt over Dublin, ze beginnen
bijna allemaal over het ‘Book of Kells’ uit het jaar 800 dat te
bezichtigen is in de oude bibliotheek van de universiteit Trinity
College. Een door monniken geproduceerd boekwerk met maar
liefst 340 perkamenten bladzijden, die zijn gemaakt uit de huiden
van 150 kalveren. Aardig klusje, monnikenwerk als het ware!
Zulk soort hoogtepunten zijn een verplicht nummer, maar het
boek en alle poeha erom heen maakte op ons niet veel indruk.
Dat moment kwam pas daarna toen we in de Long Hall, de
eigenlijke bibliotheek, terecht kwamen. Maar liefst 65 meter lang
is de galerij met aan weerszijden enorme boekenkasten, waarin
zich 200.000 in varkensleer gebonden boeken bevinden. Dit
moet voor boekenwurmen een waar eldorado zijn geweest!
Wassen beelden
Tegenover het Trinity College bevindt zich het Waxmuseum oftewel wassen beelden en omdat het nog steeds regent zoeken we
vooral de binnen activiteiten op. Het Amsterdamse Madame Tussaud vond ik ooit wat tegenvallen, dus zonder veel
verwachtingen gaan we de Ierse variant bezichtigen. En dat blijkt een verrassing met behalve de Ierse geschiedenis, de
schrijvers en muzikanten ook aandacht voor het internationale
werk. Zo zien we bijvoorbeeld de familie Simpson, Harry Potter,
Madonna en David Bowie.
De chamber of horrors laat naast Frankenstein ook Hannibal
Lector zien en ik schrik mij een ongeluk als die aan de tralies
rammelt, begint te bewegen en Clarence roept. De knop die in de
andere kamers alleen tekst en uitleg geeft, zet hier de boel in
beweging; het is maar goed dat we geen zwak hart hebben,
anders was het nog een enkeltje Dublin geweest!
De Grand Hall Finale is het slot en pronkstuk van het museum en
behalve allerlei artiesten van formaat zoals Van Morrison en U2 is
hier tevens een film over allerlei Ierse grootheden te zien.
Grappig museum!
Het huiskamer verlengstuk: de pub!
Wie het over Ierland heeft krijgt onmiddellijk het woord pub te horen en als het over Dublin gaat roemt iedereen de wijk Temple
Bar. Straatjes met ongelijke klinkertjes, pandjes in old-style rood / groen beschilderd met gouden letters en fleurige bloemen in
hanging baskets. De Ierse pub is voor de bevolking de extra dependance voor hun huiskamer thuis; ze kijken er tv, ze
bespreken de toestanden in de wereld plus de sportuitslagen en je kunt in de pub meestal ook ontbijten, lunchen en dineren.
Eenvoudige, goede kost die aangenaam van smaak is en de maag vult, ze noemen het pubfood. Uiteraard bezochten wij ook
een paar keer de Temple Bar wijk, luisterden naar Ierse folkmuzikanten die zongen over de ellende van een dame genaamd
Molly Mallone, maar we gingen ook naar de pubs buiten de wijk.
De Temple Bar heeft de naam, de service en geboden waren zijn
prima, maar het heeft ook wel iets weg van een toeristenkermis.
De pubs nabij ons hotel vonden wij minstens zo leuk, zo zaten wij
bij het buurtkroegje ‘Mother Kellys’ in Talbot Street en genoten
daar van het hoge ‘Cornation Street’ gehalte. Er zaten alleen
mannen, die allemaal 60+ waren, die druk discussieerden maar
ook rustig mee playbackten met de jaren tachtig clips op de tv.
Dit is het gewone volk, dit is fun voor ons!
Ruim 250 jaar terug uitgevonden: Guinness
Bij het woord pub hoort natuurlijk een biertje en in Dublin kun je
niet om het donkere biertje met de romige schuimkraag genaamd
Guinness heen.
De brouwerij ligt aan de rand van het centrum, hier worden elke dag vier miljoen pinten gefabriceerd, en de brouwerij heeft een
bezoekerscentrum met de naam Guinness Storehouse. Een geoliede toeristen attractie, maar iets wat je absoluut niet mag
missen als je Dublin bezoekt. Het is een enorm gebouw van vijf verdiepingen rondom een glazen koker dat een Guinness glas
moet voorstellen. Op alle verdiepingen multimedia voorstellingen, informatie, uitleg en alles wat je nodig hebt om te weten hoe
dat glaasje donkerbruin gerstenat tot stand komt. Zeer de moeite waard is de afdeling met de reclame zoals posters, glazen,
relatiegeschenken en ouderwetse emaille borden.
Na vijf etages in het glazen, stalen voormalige fabrieksgebouw volgt het hoogtepunt in de Gravity Bar: een vers getapt glas
Guinness! Hier kijk je rondom uit over Dublin en voor wie niet goed weet wat waar is, staan alle hoogtepunten op het raam
aangegeven. Een mooi ruim uitzicht, alleen bij ons jammer genoeg over een grijs Dublin in de regen!
Jameson Whiskey… nog zo’n ouwetje!
Het biertje dateert uit 1759 en even daarna, in het jaar 1780, werd door John Jameson het bedrijf opgericht dat dit bekende
whiskey merk zou gaan uitdragen. Deze fabriek ligt ongeveer op dezelfde hoogte als de bierbrouwerij, maar dan aan de andere
kant van de rivier Liffey. Ook hier is alles ingericht om de toeristenstroom in goede banen te leiden en om de 20 minuten start er
een nieuwe rondleiding.
Deze begint met een filmvoorstelling met de vroege
geschiedenis van het merk en daarna is de rondgang langs
apparatuur met uitleg om uiteindelijk te eindigen in het
proeflokaal. Maar net voordat we daar binnen gaan komen we
langs vaatjes whiskey en zien wij allebei ons geboortejaar op
een vat gedrukt staan.
In het proeflokaal natuurlijk de whiskey, voor de liefhebbers puur
en als je daar niet van houdt is er ook een alternatief in de vorm
van een mixdrankje.
De bar bij binnenkomst heeft trouwens diverse cocktails,
heerlijk, en een perfecte Irish Coffee (met gelobte room over de
bolle kant van de lepel), dus dat is ook iets om mee te nemen bij
dit uitstapje.
Green Park en het Shelbourne Hotel
Een aantal weken voor Dublin gingen we voor de filmrecensie naar de film Haywire en die speelde zich voor een groot deel af in
de Ierse hoofdstad. De hoofdrolspelers logeerden in het prestigieuze Shelbourne Hotel, verbouwden daar ook een hotelkamer
en het geheel maakte indruk. Heb met boeken nog even gekeken of er kamers vrij waren en dat was het geval, maar dat werd
zo’n financiële aanslag, dat een iets eenvoudiger alternatief een betere optie was! Toch wilden we wel eens een kijkje nemen bij
het hotel wat gelegen is tegenover een idyllisch stuk openbaar
groen met waterpartijen, Green Park genaamd.
Het was inderdaad een fenomenaal hotel en nadat een
alleraardigste lakei ons nog iets had verteld over de filmopnamen
voor Haywire werden we verwezen naar het kleine ‘museum’ bij
de receptie. Een paar vierkante meter met zeer oude
handgeschreven gastenboeken en foto’s van beroemdheden die
er logeerden zoals Grace Kelly en John F. Kennedy.
Zoveel informatie maakt dorstig en we komen in de hotelbar, de
Horseshoe Bar, terecht. We kijken ons ogen uit op de klatergoud
gasten, die netjes nippen aan de champagne waarin aardbeien
rond dobberen. Voor ons hebben ze ook wijn en bier en de
begeleidende nootjes zijn erg lekker!
Geboortegrond van de Dubliners
Niet zover van het Shelbourne op Merrion Row bevindt zich sinds 1789 een zaak genaamd O’Donoghues. Toen een
kruidenierswinkel, maar sinds 1934 een pub en wel eentje die de bakermat van de Ierse muzikanten wordt genoemd. Hier
vergaarden de Dubliners en anderen hun roem en de wanden hangen vol met foto’s en posters uit lang vervlogen tijden. Verder
is de pub een zaak in de categorie dat ‘een blind paard er geen schade kan aanrichten’ maar zonder meer leuk om even aan te
doen en een drankje te gebruiken.
Victoriaanse kassen
Hoewel er vier dagen regen was voorspeld, troffen wij
onverwachts toch twee droge dagen en op één daarvan
behaagde het de zon zelfs om door te komen.
De Botanische Tuinen zijn een geschikt uitje op zo’n moment en
dankzij de vriendelijke Ieren zelfs voor ons bereikbaar met het
openbaar vervoer. De buschauffeur deed alle moeite bij het
uitstappen om even aan te wijzen en uit te leggen waar wij weer
moesten instappen om retour te komen in het centrum!
Het is een prachtig complex van 20 hectare met centraal daarin
ouderwetse kassen van glas en gietijzer uit het Victoriaanse
tijdperk. Het hele complex is vrij toegankelijk, voorzien van een
klein horecapunt met koffie en overheerlijke taartjes en verder
kun je er 20.000 plantensoorten ontdekken. Dat is wel wat veel van het goede op een ochtend, maar we hebben wel mooie
bloemen gezien en vastgelegd. De bijzondere bomen, het riviertje de Tolka en de waterpartijen maken het een gevarieerd park.
De vlinders, voor wie het hier een eldorado is, maken het af. Aanrader!
Badplaats Bray
Met de treinen van Dart kun je ook verschillende plaatsen buiten de stad bezoeken en zo namen wij ook een kijkje in de wat
gedateerde badplaats Bray. Ons doel was het Sea Life Centre, onderdeel van de keten waar Scheveningen ook deel van
uitmaakt, maar je kunt ook naar Bray om te wandelen.
En zo zijn er nog heel wat dorpjes rondom Dublin die bezocht
kunnen worden.
Dichtbij huis en toch even weg!
Alles bij elkaar hebben wij Dublin als een gemoedelijke stad
ervaren, die heel geschikt is voor een stedentrip van een paar
dagen. We hebben ons tegoed gedaan aan fish and chips, de
whiskey, biertjes... kortom lekker gezeten en gegeten.
Leuke pubs, vriendelijke mensen en een ontspannen sfeer. Het
zijn de juiste ingrediënten voor een stedentrip op slechts anderhalf
uur vliegen van Nederland. Wie doet je wat?