Maleisie & Borneo Borneo: een stukje paradijs op aarde In het zuidoosten van Azië bevindt zich het op twee na grootste eiland ter wereld genaamd Borneo. Het was tijdens onze reis naar Maleisië dat wij in Borneo van start gingen en konden genieten van zowel  mooie natuur als bijzondere cultuur. We bezochten namelijk ook de Iban stam, de nazaten van de koppensnellers uit de geschiedenis. Om bij het Iban volk te komen moesten wij in traditionele longtailboats een half uur stroomopwaarts de rivier opvaren. Voorin een vrouw met stok die duwt als er een zandbank in de weg zit en handsignalen geeft hoe het beste gevaren kan worden. De oevers zijn dicht begroeid met bomen en planten, door de regenval zijn het twee groene wanden waar we doorheen varen, een schitterend plaatje. De Iban oftewel koppensnellers De Iban leven dus afgelegen en doen dat in een longhouse, letterlijk ook een heel lang huis met een gemeenschappelijke ruimte en aan één kant allemaal deuren met aparte vertrekken voor diverse families. Slok rijstwijn bij binnenkomst, gelegenheid om foto’s te maken en als de ‘chief’ oftewel het opperhoofd er klaar voor is worden we officieel ontvangen. Dit gaat gepaard met toespraken en het overhandigen van cadeaus, want het is wel de bedoeling dat je iets meeneemt als je langs komt! Daarna werd er muziek gemaakt en gedanst voor ons. Beslist de moeite waard, maar gebeurtenissen daarna waren ook fascinerend. Onze enorme doos cadeaus werd opengemaakt en alles werd door een paar Ibanleden in precies gelijke hoopjes verdeeld over de vloer. Iedereen hetzelfde aantal snoepjes, schriften, balpennen, ballonnen… logistiek helemaal verantwoord. In een kring erom heen zaten de moeders al klaar met tasjes en plastic zakken. Toen wij foto’s hadden gemaakt werd er een teken gegeven en graaide elke moeder een aantal hoopjes al naar gelang het aantal kinderen en binnen 10 seconden waren de circa 30 porties verdwenen en de vloer weer leeg! Strakke organisatie. Een bijzonder kerkhof Buiten liggen peperkorrels te drogen op grote gevlochten matten, je ruikt ook de geur van peper, en men is aan het wassen. Aan het aantal tassen en manden voor de verkoop te zien is vlechten ook een dagelijkse bezigheid en goede bijverdienste hier. Een moeder wast haar kind in de rivier en kinderen gebruiken een grote dwars groeiende boomtak als natuurlijke duikplank voor een plons in dezelfde rivier, die wij weer gebruiken om terug te varen naar de bewoonde wereld. In die wereld bezoeken we ook nog een begraafplaats van de Iban en die geloven zo zeker in leven na de dood, dat de graven zijn voorzien van luchtpijpjes. Verder moet de overledene natuurlijk ook een hoeveelheid huisraad meekrijgen op zijn graf. Zo zagen wij behalve meubilair, ook een lekkere leunstoel, een televisie, keukengerei en was zelfs een graf voorzien van een fiets. Tja, je moet in het hiernamaals maar voor de Tour de France willen trainen. Het is heel absurd voor ons, het is heel gewoon voor hun. Een sarong aan en neusapen spotten Later die week brachten we een aantal dagen in een eco resort in Sukau door. Dit lag op ruim twee uur varen van de bewoonde wereld en hier hoorde dierlijk leven tot de garantievoorwaarden. Op de tocht erheen en tijdens vaartochtjes in kleinere boten in smalle kreken werden we op ons wenken bediend: krokodillen, de dwergolifant (ontdekt in 2003!), één hele uil, ijsvogels, slangen, varanen en de rest die ik vergeet op te noemen. Een bijzondere verschijning in deze contreien is de neusaap. Hij ziet er niet uit met dat balvormig aanhangsel in zijn gezicht en als ik in mijn volgend leven als neusaap terug kom, dan overweeg ik net als Michael Jackson een nosejob om wat te laten corrigeren. De natuur en de omgeving waren overweldigend en maakten alles goed, zelfs dat we bij het diner allebei verplicht een sarong moesten dragen en ik Bert dus voor het eerst van mijn leven in een jurk zag! Wat kan het schelen… prachtige natuur, elke dag nassi en heerlijke gebakken banaan… dan kan die jurk er ook nog wel bij! Kuala Lumpur en Melaka: open riolen en katten blijken ratten! Na een week Borneo werd het tijd om kennis te maken met het vasteland van Maleisië. Een groter contrast, van de stilte in de jungle naar de drukte van een miljoenenstad als Kuala Lumpur,  bestaat bijna niet. Van een groen woud met eeuwenoude bomen naar een volgebouwde stad met enorme wolkenkrabbers. Strakke moderne gebouwen en gedateerde flatgebouwen waarover je verbaasd bent dat ze nog staan, hier is bouw- en woningtoezicht vast onderbezet. Midden in die stad de beroemde Petronas Twin Towers met 452 meter de hoogste bouwwerken van Maleisië. De Twin Towers en de Batu Caves Als je de Petronas Twin Towers wilt bezoeken, moet je vroeg op pad; de gratis kaartjes worden heel vroeg uitgedeeld en zijn elke dag snel op. Als je met een goed georganiseerde reis bent, kan dat echter geregeld worden en worden de kaarten om 05.00 uur door een gids gehaald en kun je gewoon uitslapen en rond de klok van tien uur met de monorail richting de Towers! Met een lift zoeven we in 41 seconden naar de skybridge op de  41e verdieping, die de twee torens met elkaar verbindt. Beneden hadden we al een voorlichtings film over Petronas gezien en in de lift houdt de vrouwelijke liftbediende ook nog een toelichting. Zij doet dit precies in die 41 seconden, het was alsof ze een bandopname had ingeslikt! Boven kregen we een geweldig uitzicht, aan beide kanten kijk je oneindig ver door de wanden van glas. Fotomomentjes dus. Niks geen lift bij  de Batu Caves aan de rand van de stad. Hier moet je zelf de 272 treden naar boven klimmen om te zien wat zich daar bevindt. Een heilige plaats volgens het Hindoe geloof, dus we haasten ons naar boven, gelijk even een goede training voor de beenspieren. We zijn er gelukkig vroeg op de ochtend, het is nog niet zo warm en ook nog niet te druk. Met het jaarlijkse Thaipusam Festival kun je dit maar beter niet bezoeken, dan willen ruim een miljoen mensen in de grot, doen dat ook en dat lijkt ons erger dan de spreekwoordelijke haringen in een ton! Er is veel te beleven in de hoofdstad Verder heeft Kuala Lumpur nog een aantal leuke dingen te bieden, zoals een aquarium met een enorme haaientunnel, de grootste overdekte vogeltuin ter wereld en een alleraardigst museum over de geschiedenis en de cultuur. Je kunt in deze stad echt heerlijk eten op elke hoek van de straat en er zijn ook  heel wat markten om af te struinen. Gezellig, druk, maar ook veel verkeer, uitlaatgassen en veel geluid. Het is als je er bent iets wat je wel mee moet nemen, maar toch is het ook weer een verademing na een paar dagen de hectische stad te kunnen verlaten. Geen katten maar ratten Melaka, de historisch zo belangrijke stad tijdens de koopvaardij, is een oase van rust na Kuala Lumpur. Het heeft een klein centrum met alle bezienswaardigheden bij elkaar en ook een gezellige uitstraling door Chinese invloeden. Hier zijn de Chinesen ook nog heel nadrukkelijk aanwezig en dat zie je behalve aan de winkelltjes ook terug in het straatbeeld vol met rode lampionnen. Er is een rijke Chinese tempel die het waard is bekeken te worden en dat doen we dan ook. In de avonduren gaan we eerst ergens wat drinken; je hebt hier ook wat barretjes, sommigen zelfs met life muziek. Vanaf het terras denkt Bert steeds wat schichtige katten die onder een auto duiken te zien, maar even later valt ons oog op de open riolen door de hele stad. Het is er gezellig druk, geen katten maar ratten hollen de goot in en uit en die bekende vanger van Hamelen zou zich hier aardig kunnen uitleven! Na het borreluurtje vinden we een restaurant wat ons wat lijkt en het eten is prima. Naast ons zit een grote familie duidelijk iets te vieren en als de artiest van de avond op zijn keyboard Happy Birthdag inzet, zingen wij uit volle borst mee. De familie vindt het geweldig, we raken aan de praat en delen in de taartvreugde mee. Dat combineert vooral met de bier en wijn fase waar wij ons inmiddels in bevinden. Leuke avond, ondanks de rat een heerlijke stad! De oostkust en de eilanden voor de westkust Het laatste traject van onze reis voert ons langs de oostkust van Maleisië richting de Thaise grens om van daaruit de bergen door te steken richting de eilanden Penang en Langkawi. De oostkust is sterk islamitisch, vandaar dat je hier veel moskeeën ziet, waaronder de beroemde drijvende moskee. Daarnaast hier ook veel traditionele beroepen, dus we zien hoe matten worden gevlochten, batik beschilderd, zilver gesmeed, vliegers gemaakt en kroepoek tot stand komt. Dat laatste zien we niet alleen, we ruiken de vislucht ook al van verre en begrijpen dat de zwarte pikkels gewoon de meegebakken vliegen zijn! Bert en ik zijn altijd dol op markten in Azië, maar die in Kota Bharu is een lust voor het oog; kleurrijk, zowel het assortiment van groenten tot zijde lappen, als de mensen die er zijn. In de enorme markthal van vier verdiepingen wordt heel wat handel gedreven en je kunt het zo gek niet bedenken aan Aziatische ingrediënten of ze hebben het hier. En zoals ook overal in dit werelddeel kun je op een steenworp afstand geweldig lekker eten, met kroepoek erbij! De eilanden Penang en Langkawi Een reis door de bergen, met teveel haarspeldbochten, brengt ons naar Penang wat met een brug verbonden is met het vaste land. Hoofdstad Georgetown heeft een levendig centrum met veel Chinese invloeden. Een treintje tegen de Penang Hill brengt bezoekers al sinds 1923 naar de 830 meter hoge top en wie iets minder hoog wil kan naar de Kek Lok Si tempel. Gebouwd in 1886 en één van de grootste Boeddhistische tempels in Zuid Oost Azië. Daarnaast is er een Botanische Tuin acht kilometer buiten de stad en de stadsbus gaat een heel eind die kant uit. Geen paniek op het busstation, bij het aanschouwen van de vele bussen; tijd om te zoeken krijg je niet, want een man met een megafoon gaat voor je staan, gilt in het apparaat waar je heen wilt en duwt je vervolgens in de juiste bus! Vissen knabbelen aan je voeten De laatste avond op Penang lopen we tegen een ‘Fish Spa’ aan oftewel in het Maleis ‘Terapi Ikan’. Dit is op een kussen zitten in een ruimte met rustgevende muziek en een flink bad waarin 5000 kleine visjes rondzwemmen. Je bengelt met je benen in het water en vervolgens heb je aan elke voet een veertig visjes knabbelen, die je voeten reinigen en de dode huidschilfers oppeuzelen. Goed voor je geest (zeggen ze hier) en het oplopen van de slappe lach… Langkawi is het eindpunt van dit Aziatisch avontuur en hier mogen we nog even genieten van een klein optrekje in de jungle aan het strand. Vlakbij is er een kabelbaan naar een bergtop en  zien we Europese invloeden; de firma Doppelmayer-Oostenrijk doet dus niet alleen skigebieden! Tussen twee bergtoppen is er een spectaculaire hangbrug gebouwd, die volgens mij zeer geschikt is voor een actiescène in de volgende James Bond. Wij zijn minder van de actie…hier hebben we hangmatten tussen de palmbomen, neushoornvogels die rondvliegen en af en toe een dreun op het dak als er een aap uit een boom springt. Onthaasten met een hoofdletter en dat is een mooi eind van deze reis.